19 september 2015 Drakepit netwerkdag
Na de zomervakantie staat al weer de volgende Drakepit netwerkdag gepland. Wij zijn druk bezig met de voorbereidingen en de concrete invulling van de dag die deze keer als thema heeft “Verzorging van je eigen etherkrachten”.
Op de netwerkdag willen we aandacht besteden aan de verzorging van onze eigen etherkrachten. Omdat kinderen in de eerste zeven jaar voor de vorming van hun fysieke lichaam afhankelijk zijn van de etherkrachten van de verzorger, doet het werken met kleine kinderen een enorm beroep op je eigen etherkrachten. Dit kan een uitputting van deze krachten bij jezelf veroorzaken. Het is daarom van groot belang om je eigen etherkrachten zo te verzorgen dat je er in het werk met de kinderen weer uit kunt putten. Hoe dat in zijn werk gaat willen we op deze netwerkdag uit de doeken doen. Je kunt je dus verheugen op een interessante dag met de nodige aandacht voor je eigen etherisch welzijn!
Achtergrond:
De Antroposofie gaat ervan uit dat een mens bestaat uit vier lichamen: Een fysiek lichaam, een Ether- of levenslichaam, een Astraallichaam en en Ik-lichaam.
De ontwikkeling van deze lichamen vindt opbouwend en na elkaar plaats in periodes van ongeveer 7 jaar. De tijd die een kind nodig heeft om tot een volwassen mens te ontwikkelen omvat 4 periodes van ongeveer 7 jaar. Belangrijk daarbij is dat elk wezensdeel al wel bij de geboorte aanwezig is, maar dat het kind de krachten hiervan nog niet nog niet vrij tot zijn beschikking heeft .Elk wezensdeel heeft telkens ongeveer 7 jaar nodig om opgebouwd te worden waarna het vrij en ter beschikking kan het kind kan komen.
In de eerste 7 jaar staat de opbouw van het fysieke lichaam centraal, als deze na 7 jaar voltooid is, komen de krachten vrij die zorgen dat het levenslichaam opgebouwd worden, in de derde 7 jaar wordt met de krachten van het levenslichaam het astraal lichaam gevormd en tenslotte komt in de laatste 7 jaar de IK- kracht vrij.
Zoals gezegd betekent heeft het jonge kind (0 tot 7 jaar) het levens,- astraal- en ik-lichaam nog niet tot zijn beschikking. Dat betekent een jong kind, dat zich in de eerste 7 jaars periode bevindt, voor de functies van deze hogere wezensdelen, afhankelijk is van de verzorger en dan is het zo dat de pedagogische hoofdwet in werking treedt. Deze luidt dat een verzorger altijd werkt vanuit de krachten die een wezensdeel hoger liggen dat die waarin het kind zich bevindt. In het geval van het kind in de eerste 7 jaars periode betekent dat dat de verzorger met name werkt vanuit de krachten van het levens- of etherlichaam. Deze wordt zoals gezegd gekenmerkt door het ritmisch stromende, de gewoontes en rituelen.
Op de netwerkdag willen we met elkaar onderzoeken welke invloed dit werken vanuit de etherkracht en heeft op ons eigen welzijn en hoe we dat welzijn het beste kunnen verzorgen.